De Maastrichtenaar Frans Mikkenie begon al op zijn 17e met het organiseren van feestavonden. In de jaren ’20 en ’30 was hij al een bekend impresario en in het begin van de jaren ’30 kreeg hij van de overheid een concessie om buitenlandse circusondernemingen in Nederland te presenteren. Toen Karel Strassburger met zijn circus op de vlucht voor de Nazi’s in 1936 naar Nederland kwam was Mikkenie de tourneeleider. In de oorlogsjaren werd het circus zelfs omgedoopt tot Circus Mikkenie-Strassburger. Na de oorlog ging Strassburger weer zijn eigen weg, maar Mikkenie had de smaak te pakken.

Frans Mikkenie wist de overheid er van te overtuigen dat een groot circus op reis door het buitenland veel deviezen voor Nederland zou kunnen opleveren. Hij verkreeg een krediet om tent en wagens aan te schaffen en het Nieuw Nederlands Circus Mikkenie was een feit.

Mikkenie reisde niet met een normale circustent, maar met een enorme kiosk van 42 meter doorsnede. Helaas leverde de buitenland tournees hem in plaats van winst eerder veel verlies op. Als Frans Mikkenie aan de gevolgen van een maagbloeding op 24 juli 1954 komt te overlijden betekend dit het einde van het circus Frans Mikkenie.

Circus Mikkenie in de jaren ’70

Toch prijkt de naam Mikkenie in de jaren ’70 weer trots op circuswagens in het Nederlandse circuslandschap. Na jaren als Circus Mariska gereisd te hebben, besloot circusdirecteur Rob Ritman om in 1977 onder de naam Mikkenie op reis te gaan. Zijn circus was uitgegroeid tot een volwassen onderneming en verdiende een volwassenere naam.

Toen Ritman besloot om weer kleiner te gaan reizen in 1980 maakte de naam Mikkenie weer plaats voor die van Mariska.