A.G. Giezen liep al op jonge leeftijd rond met het idee om een circus te starten dat teruggreep op de oorsprong van het klassieke circus. Pas jaren later rond 1939-1940 lukte het hem om van start te gaan met zijn “Nederlandse Circus-Revue”. Giezen wilde de nadruk leggen op “de twee edelste zaken der schepping: de vrouw én het paard.”

Het Circus Giezen had dan ook een ballet dat een prominente rol in de voorstelling vervulde. Voor de directie was dit de moderne vorm van de pantomimes die er vroeger in het circus te zien waren.

Geen gek idee, want uit de Renaissance balletten ontstonden paardenballetten (17e eeuw, Italië, Oostenrijk, Habsburgers). Deze paardenballetten waren deels weer van invloed op de totstandkomen van de rijacts in het circus.

Gedurende de oorlog werd het circus door de Duitse bezetters van hun tent ‘beroofd’. Na de oorlog kreeg Giezen weinig medewerking van de autoriteiten en in het voorjaar van 1947 werd hij geveld door een ernstige ziekte. Het was het einde van het circus Giezen.